Bewoonsters

 

Raep had in zijn testament vastgelegd voor wie het hof bestemd was: “….vreedsame weduwen sonder kinderen ofte bejaerde vriysters haer houdende aen de Christelyke gereformeerde kerck …..”.

Uit de huuropbrengst van het huis ‘De Raep’ bij de Vijgendam moest jaarlijks 200 gulden aan het hofje worden uitgekeerd. Dit was voor het onderhoud van de woningen en voor het kopen van de ‘preuves’. De bewoonsters van het hof kregen naast vrije inwoning, jaarlijks 25 manden met turf, een voorvoet van een os en met Kerstmis een deuvecater (soort krentenbrood).

Om de orde op het hofje te handhaven werd een opzichteres aangesteld en was er een reglement. Wie zich niet aan de regels hield, kreeg een geldboete of moest bij ernstige delicten, zoals diefstal, het hof binnen een maand verlaten.

Studenten

Rond 1980 waren er amper nog oudere bewoonsters te vinden voor de eenvoudige hofwoninkjes. Daarom werd besloten de statuten aan te passen. Om het hofje te kunnen behouden mochten de huisjes voortaan ook bewoond worden door jonge, ongehuwde, vrouwen. Vanaf die tijd wordt er ook, een relatief geringe, huur betaald.

Het hofje wordt nog altijd bewoond door jonge vrouwen, vooral studenten. Inmiddels zijn er twee opzichteressen.